Deelname plechtigheden
1. Vroenhoven 11 mei
De 10e mei 1940 neutraliseren Duitse troepen de bruggen over het Albertkanaal in Briegden, Veldwezelt en Vroenhoven; de bruggen verzekeren de doorgang vanuit Maastricht maar de Duitsers, die speciaal voor deze operatie en de inname van het fort van Eben-Emael zijn opgeleid, gebruiken zweefvliegtuigen. Commandant Gidelo die het bevel tot springen van de bruggen moest geven, werd tijdens een aanval met Stuka’s gedood bij de vernietiging van het transmissiecentrum in de kazerne van Lanaken. Op het einde van de dag hebben deze troepen samen met de uit Ju 52 gedropte versterkingen een stevig bruggenhoofd ten westen van het kanaal.
De Militaire Luchtvaart moet dan de bruggen vernietigen en het zijn de Fairey Battle van de 5e en 9e Smaldelen van het 3e Luchtvaartregiment die belast worden met deze opdracht.
De Fairey Battle is een tweezitter voor verkenningen en licht bombardement; het toestel heeft een Rolls Royce motor van 1050 pk, een schroef met verstelbare spoed en een intrekbaar landingsgestel. De kruissnelheid bedraagt 320 km/h. Hij is gewapend met twee machinegeweren van 7,65 mm, één vaste en één beweegbare voor de waarnemer. Er kunnen 8 bommen van 50 kg worden meegenomen. De brandstofreservoirs zitten in de vleugels, zonder bescherming tegen kogelinslagen. De Fairey Battle stijgen op in Evere en zoeken ’s morgens op 10 mei hun ontplooiingsterreinen op in Belsele en Aalter; ze hergroeperen vervolgens in Aalter na het bombardement van het terrein van Belsele.
Op 11 mei komt het bevel de bruggen over het Albertkanaal te bombarderen. Drie formaties van 3 toestellen worden voor de opdracht toegewezen; starttijd is 05.45h, 05.50h en 06.00h. Op de 9 vliegtuigen worden er 6 neergehaald, ofwel onderweg, ofwel boven het doel zelf. Vijf bemanningsleden verliezen het leven en 4 anderen worden zwaar gekwetst. Twee jachtpiloten die de bescherming van de Fairey Battle op zich namen, worden eveneens gedood.
De heer Gaston CASTELEYN, oud-mecanicien van het 5e Smaldeel van de IIIe Groep van het 3e Luchtvaartregiment, neemt het initiatief voor een plaat die wordt aangebracht op het kleine fortje dat de brug van Vroenhoven moest verdedigen. Op de gedenkplaat staan de namen van de vliegers die tijdens de opdracht werden gedood. Ze werd in 1990 ingehuldigd.
|
Kapt André Glorie |
Sindsdien organiseren de Vieilles Tiges van de Belgische Luchtvaart elk jaar op 11 mei in Vroenhoven een ceremonie, in samenwerking met de Vaderlandslievende Vereniging voor Vergeten Oorlogsherdenkingen en Vervallen Oorlogsmonumenten Mopertingen (VVOM) en de gemeente Riemst. De Luchtcomponent van de Krijgsmacht levert steun aan de plechtigheid door in de week een overvlucht van een formatie F-16’s te voorzien, met daarbij een belangrijke vertegenwoordiging van militairen; elke vijf jaar komt daar nog een erewacht met standaard en escorte bij, plus de Koninklijke Muziek van de Luchtmacht.
2. Jalhay en Le Tigelot
Als op 2 november 1944 het land de eerste dagen van de bevrijding viert, stort een Halifax-bommenwerper van de Royal Air Force, op de terugweg van een bombardement over Düsseldorf, neer in het gehucht "Le Tigelot", langsheen de weg van Jalhay naar de stuwdam van de Gileppe. Van de bemanning die bestond uit zes Canadezen en een Schot, overleeft niemand de crash. Ze worden allen begraven op het militaire kerkhof van Hotton. In 1950 komt de moeder van de navigator, Harold LE NOUVRY zich bezinnen bij het graf van haar zoon; ze gaat daarna naar Tigelot waar het toestel is neergestort. Daar ontmoet ze de heer ADAM, een van de eersten die toen bij de ramp was en spreekt hem van haar wens om een herdenkingssteen op te richten waar de bommenwerper was neergestort.
In 1951 wordt de gedenksteen ingehuldigd in aanwezigheid van generaal POPPE, Canadees ambassadeur te Brussel. Sindsdien is er elk jaar op de laatste zondag van de augustus een ceremonie: een plechtige mis in de kerk van Jalhay en een plechtigheid vóór de gedenksteen in Le Tigelot.
|
Daarop staat in het Frans: “Uit erkentelijkheid aan de op 2 november 1944 in Jalhay gevallen vliegers H.F. Lenouvry Canada, R.E.B. Pike Canada, V.J. Laziez Canada, F.J. Judges Canada, W.H. Hanes Canada, E.J. Payne Engeland. Begraven op het British Cemetry te Hotton België” |
van L naar R : Lazier – Lenoury – Hanes – Payne – Pike
vooraan: Lankin – Judges
Halifax – november 1944
De Vieilles Tiges van de Belgische Luchtvaart zijn sinds 1982 bij deze ceremonie betrokken, op uitnodiging van de heer Paul LÉON, nationaal voorzitter van de broederschap van het 1e Linieregiment.
Wegwijzer: in Jalhay neemt u de weg naar de stuwdam van de Gileppe. Aan uw linkerkant zult u een bord zien met opschrift "Monument Canadien". Neem deze kleine bosweg en na 500 m aan uw rechterkant zult u het monument in een kleine omheining zien, afgesloten met een hek.
3. Sint-Denijs-Westrem
In december 1944 was een Pools smaldeel gestationeerd op het vliegveld van Sint-Denijs-Westrem bij Gent. Het hoorde bij de 131ste Wing waar ook het Belgische 349e smaldeel bij hoorde. Als op 1 januari 1945 de Duitsers het vliegveld aanvallen, vinden vele Poolse vliegers de dood tijdens het luchtgevecht. Ter nagedachtenis van hen werd aan de Poolse Winglaan te Sint-Denijs-Westrem een monument opgericht; jaarlijks wordt in september een plechtigheid ingericht op initiatief van de Poolse gemeenschap in Gent en de Vereniging van Reserveofficieren van de stad. De Vieilles Tiges van de Belgische Luchtvaart nemen deel aan de plechtigheid omdat de erevoorzitter van de vereniging, kolonel-vlieger Leon BRANDERS, in 1944 en 1945 deel uitmaakte van het 349e Smaldeel. Elk jaar is er ook een delegatie van het 349e Smaldeel van de 10e Tactische Wing aanwezig.